Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken (OGVO) - C. Gewenste en feitelijke resultaten en verdeling van kosten en baten

From Dashboard samenwerking Venlo
< Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken (OGVO)
Revision as of 15:19, 4 May 2018 by Admin (talk | contribs) (Text replacement - "|Komend" to "|Oude versie komend")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)

Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken (OGVO)
C. Gewenste en feitelijke resultaten en verdeling van kosten en baten

Jaren

Motieven voor samenwerking

Vergroten van het ambitieniveau - bundelen van krachten

  • Een hogere kwaliteit van uitvoering/ dienstverlening

Organisatorische voordelen

  • Professionaliseren van organisatie en/of bestuur
  • Betere bereikbaarheid van personele, financiële en andere middelen

Verruimen van de horizon

  • Herontdekken wat in het belang is van de gemeente

Versterken van de democratie

  • Versterken van de directe democratie

Zaken laten uitvoeren door een partner die dat beter of goedkoper kan

  • Jezelf beperken tot kerntaken, zaken waar je zelf goed in bent
  • Jezelf ‘ontzorgen’
Belangrijkste motieven: Vergroten van het ambitieniveau – bundelen van krachten, Efficiënter werken, Faciliteren/ Stimuleren van maatschappelijk initiatief

Kosten en baten: begroting en realisatie
Begroot:

OGVO heeft reeds jarenlang te maken met een leerlingenkrimp. Dit betekent dat OGVO passende maatregelen moet nemen om haar uitgaven af te stemmen met haar inkomsten.

jaarverslag en jaarrekening zijn openbaar. jaarverslag en jaarrekening kunnen worden ingezien bij www.OGVO.nl tekst bij onderdeel van jaarverslag ; verslag raad van toezicht en bij continuiteits-paragraaf geven weer voor welke uitdagingen het OGVO o.a. staat. Voortdurende aandacht vereist vanuit bedrijfsvoerings-aspect gericht op afstemming hoeveelheid leerlingen (lees inkomsten) versus hoeveelheid FTE/overige (lees kosten). De wettelijke taak in het voorzien in onderwijshuisvesting is doorgedecentraliseerd vanuit de gemeente Venlo naar OGVO. OGVO dient zorg te dragen voor een adequaat beheer van haar vastgoed inclusief het (tijdig) maken van strategische keuzes.

De jaren 2022 en 2023 zijn binnen OGVO als onrustig te omschrijven. Interim-managers met een specifieke opdracht hebben geen rust in de organisatie OGVO kunnen brengen. Met het aantreden van Tjeerd de Jong als voorzitter van het College van Bestuur per 1 april 2024 ontstaat na enkele jaren van interim bestuur weer continuïteit in het bestuur van de organisatie OGVO. Dat is een belangrijke stap in de realisatie van de veranderingen om te komen tot een toekomst-bestendig onderwijsaanbod in Venlo.

OGVO heeft al over een langere periode te maken met een geprognosticeerde krimp van het aantal leerlingen (van 6.056 in 2015 naar 5.000 leerlingen in 2024, Het leerlingenaantal zal de komende jaren rondom de 5.000 zweven). De oorzaak van de daling van het leerlingenaantal is behalve de regionale demografische ontwikkeling (deze ontwikkeling wordt in positieve zin beïnvloed door de instroom van jongeren met een arbeidsmigranten of vluchtelingenachtergrond) ook het verslechteren van de concurrentiepositie van OGVO.

Feitelijk:

jaarverslag en jaarrekening zijn openbaar. jaarverslag en jaarrekening kunnen worden ingezien bij www.OGVO.nl

2023 De jaarrekening laat een negatief resultaat zien van € 509.000 ten opzichte van een begroot verlies van € 3.534.000,- OGVO geeft in haar jaarverslag 2023 aan dat hoewel de vele incidentele middelen het resultaat in 2023 positief beïnvloeden, de structurele lump sum bekostiging niet voldoende is om het huidige reguliere onderwijsaanbod op de lange termijn te bekostigen. OGVO geeft aan dat wat niet helpt is dat de schoolgebouwen niet mee krimpen met het leerlingaantal en OGVO dus te grote gebouwen heeft. Dit afstoten van teveel onderwijs m2 is een onderdeel van de afspraken die al zijn gemaakt binnen de doordecentralisatieovereenkomst.

De besparende maatregelen met de grootste financiële impact voor 2023 betreffen: • de aanpassing van de lessentabel naar 28 lesuren per week; • de vermindering van het aantal taakuren waarbij deze taakuren richting het minimum zijn gegaan; • het aanpassen van de formatie van de schoolleiding; • het afschaffen van de ouderbijdrage en de bijbehorende activiteiten; • het beter kostendekkend maken van de meerdaagse reizen.

Naast deze voordelen heeft OGVO te maken gehad met incidentele voordelen zoals de rentebaten als ook de inzet van medewerkers met een vast contract op incidentele middelen (onder andere NPO middelen) . Dit laatste betekent wel een mogelijk financieel risico in de toekomst bij het wegvallen van deze incidentele rijksmiddelen, indien er geen structurele dekking wordt gevonden, nieuwe incidentele middelen beschikbaar komen of dat de formatie wordt afgestemd op het aantal leerlingen.

Personeelslasten hebben binnen OGVO procentueel gezien het grootste aandeel van de totale kosten. In 2023 is met regelmaat aan de orde geweest, dat de krimp van het aantal leerlingen zich in de afgelopen jaren in onvoldoende mate heeft vertaald in formatiekrimp. Hierdoor loopt OGVO risico’s om de noodzakelijke balans tussen de structurele personele baten en lasten te verliezen. Een herijking van het onderwijsaanbod moet OGVO daarbij meerjarig perspectief bieden. Deze herijking vraagt om zorgvuldige afweging en besluitvorming en daar zal nog tot eind 2024 tijd en aandacht voor nodig zijn.


Personele tekorten De tekorten op de arbeidsmarkt voor bevoegde docenten nemen ook in onze regio snel toe. Steeds meer vakken bij OGVO zijn inmiddels ‘tekort’-vakken, waardoor er bij OGVO voortdurend vacatures open staan voor verdere invulling gedurende het schooljaar. In 2023 speelde dit met name bij de vakken Nederlands, Wiskunde en Zorg& Welzijn. Het afnemend aantal leerlingen zal komende jaren echter ook moeten leiden tot formatiekrimp. Hierdoor zal OGVO veelal invulling kunnen blijven geven aan vacatures die ontstaan door natuurlijk verloop.

Werkdruk Ondanks dat OGVO naar verhouding veel personeel heeft ten opzichte van het aantal leerlingen wordt de werkdruk als hoog ervaren binnen de organisatie. Dat maakt dat er maatregelen genomen dienen te worden die het aanbod van het onderwijs gaan raken waarbij men kan denken aan een andere indeling van het onderwijsaanbod en op punten, waar minder vraag naar is, ook minder aanbod.

Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 1,5 miljoen hoger dan begroot. Deels is dit te wijten aan de verhoging van de energielasten, dit brengt € 0,5 miljoen extra kosten met zich mee. Het uitstellen van geplande verduurzamingsmaatregelen zal dit negatieve aspect in stand houden. Te benoemen zijn ook sloopkosten ad. € 260.000 van de bovenste verdiepingen van het bestuursgebouw in de kosten opgenomen, hier komen dus ook herstelkosten bij. In 2024 moet de 1e en 2e etage conform de doordecentralisatieovereenkomst hersteld worden zodat het gebouw voldoet aan de conditiescore > 3 conform de NEN 2767. De gemeente Venlo heeft het eerste recht van koop van de OGVO gebouwen, op het moment als deze worden afgestoten. De conditiescore moet dan minimaal 3 zijn.

In de in 2022 afgesloten doordecentralisatie overeenkomst wordt ingezet op nieuwbouw, afstoten van te veel onderwijs m2 en verduurzaming van onderwijslocaties. Dit alles om een aantrekkelijke onderwijsomgeving te creëren. OGVO heeft hieraan in de jaren 2022-2023 beperkt tot geen uitvoering aan gegeven.

In 2023 heeft geen herziening van het strategisch huisvestingsplan en van het Meerjarig onderhoudsplan plaatsgevonden. Ook op groot onderhoudsgebied zijn er nauwelijks werkzaamheden uitgevoerd. OGVO weet dat de onderwijsgebouwen minimaal conditiescore 3 norm NEN 2767 moeten hebben. OGVO geeft aan dat de onzekerheid bij OGVO aanwezig over het behoud van de gebouwen er in 2023 voor gezorgd heeft dat alleen het hoognodige onderhoud is uitgevoerd, veelal op basis van instandhouding. Het blijven uitstellen van onderhoud, verduurzaming en (vervangings-) investeringen zal leiden tot verdere stijging van de energielasten, achterstallig onderhoud en algemene verslechtering van de kwaliteit van de gebouwen.












2022; De gemeente Venlo heeft in 2022 een nieuwe doordecentralisatieovereenkomst (verder DDC) met OGVO afgesloten. Deze DDC is gebaseerd op nieuwe afspraken over samenwerking, partnership, communicatie en een businesscase. Onderdeel van deze businesscase zijn maatregelen welke OGVO moet nemen op organisatorisch- , huisvestings- en exploitatie gebied. dit om antwoorden te geven op reeds lang gaande krimp qua leerlingenaantal en de aanpassing van onderwijs m2 en door te voeren duurzaamheidsmaatregelen. Het niet doorvoeren van deze maatregelen zal mogelijk leiden tot een situatie waarbij de continuïteit van OGVO in geding komt c.q. zal mogelijk invloed hebben op de onderwijskwaliteit en aanbod. De krimp waarmee OGVO te maken heeft, heeft niet alleen een demografische achtergrond. OGVO verliest leerlingen aan onderwijsgemeenschappen gevestigd in buurgemeenten (verlies aan concurrentie kracht; mede in samenhang met de variatie van onderwijsaanbod waar meer leerlingen thans behoefte aan hebben). in samenhang met deze DDC heeft de gemeente Venlo een gemeentegarantie verstrekt ad 60 miljoen, zodat OGVO toegang heeft gekregen tot de financieringsfaciliteit schatkistbankieren. OGVO kan zodoende invulling geven aan haar huisvestingsplan, dit plan gaat uit van 3 brede schoolcampussen in Venlo (Valuas-, Blariacum, Den Hulster college). Onderliggend aan deze bankgarantie is het dat de onderwijsgebouwen zijn ingebracht als zekerheid voor de gemeente Venlo.

in de eerste helft van 2022 heeft de Raad van Toezicht van OGVO besloten om tot vervanging over te gaan van het dagelijks bestuur van OGVO. Dit nieuwe dagelijks bestuur (gevormd door 2 interim bestuurders) is gestart met een koers uit te zetten die tegenstrijdig is met datgene welke is overeengekomen binnen de DDC. De gemeente Venlo heeft diverse malen kenbaar gemaakt richting OGVO dat de gemeente er van uit gaat dat OGVO datgene wat is overeengekomen binnen de DDC zal nakomen. Het gaat hierbij niet alleen om Euro's en gebouwen, maar zeker ook om het welzijn, veiligheid en belangen van leerlingen en hun ouders/verzorgers maar ook personeel van OGVO en andere belanghebbenden. OGVO voert thans een eigenstandige koers. In 2023 zullen de gesprekken tussen OGVO en gemeente Venlo vervolgd worden, onderliggend hieraan is dat de DDC beide partijen aan elkaar verbindt.


2016; tekst bij onderdeel van jaarverslag ; verslag raad van toezicht en bij continuiteits-paragraaf geven weer voor welke uitdagingen het OGVO o.a. staat In 2016 heeft het CvB tezamen met de RvT besloten om de hypothecaire leningen voor de schoolgebouwen te herfinancieren. De mogelijkheden voor herfinanciering zijn onderzocht. De situatie op de financiële markt is gunstig en herfinanciering kan leiden tot een aanzienlijke besparing op de hypothecaire lening. Aan EY Montesquieu, een advieskantoor op het gebied van Finance en Risk Management, werd opdracht verleend de mogelijkheden voor OGVO inzichtelijk te maken. Inmiddels is een nieuwe overeenkomst met ING Bank gesloten, waarmee gedurende tien jaar een aanzienlijk lagere hypothecaire last gerealiseerd wordt en de lening daarna voor langere tijd naar wens tegen de dan geldende marktcondities kan worden voortgezet. De herfinanciering van de hypothecaire leningen maakt dat de rentelasten die in 2015 € 1,3 mln. bedroegen, structureel zullen dalen naar minder dan € 0,5 mln. vanaf 2018. Deze herfinanciering maakte het wel noodzakelijk om de lopende rentederivaten af te kopen. Hiermee was een bedrag van € 0,83 mln. gemoeid welke volledig ten laste van het resultaat 2016 is gebracht. Door deze herfinanciering en verkoop van de rentederivaten voldoet OGVO nu weer volledig aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het treasurystatuut. De verhoging van de AOW-leeftijd heeft voor OGVO negatieve gevolgen doordat de uitkeringsduur van lopende vaststellingscontracten daarmee wordt verlengd. Een extra dotatie aan de personele voorziening van € 0,3 mln. is hierdoor noodzakelijk geworden en drukt volledig op het resultaat 2016.

2018 In 2018 heeft met name het risico van onrust onder het personeel een belangrijke impact gehad. Dit heeft geleid tot meerdere overleggen met personeel, personeels-vertegenwoordigingen en vakbonden. Uiteindelijk heeft de bereikte overeenstemming geleid tot rust in de organisatie. Verder is geconstateerd dat de planning- en controlcyclus nog niet geheel op orde is. Aanvullende stuurinformatie heeft dit risico op korte termijn deels kunnen mitigeren. In 2019 zijn acties uitgezet om de het risicobeheersingssysteem verder uit te werken en dit te verankeren in de planning- en controlcyclus. In Limburg is al langer sprake van ontgroening en vergrijzing. Dat leidt onherroepelijk tot krimp, ook voor OGVO. Momenteel maken we gebruik van onderzoeken waaronder VOION. Volgens de onderzoeken nemen de leerlingaantallen in het voortgezet onderwijs af en is de trend dalend. Deze ramingen zijn gecombineerd met verwachte instroomcijfers vanuit het primaire onderwijs en de nieuwe aanmeldingen voor schooljaar 2018-2019 en leveren daarmee het meest recente beeld op het gebied van ramingen van onze leerlingpopulatie. In 2019 wordt een beperkte daling van het aantal leerlingen verwacht, namelijk een daling van 23 leerlingen. De prognose is gebaseerd op de gerealiseerde doorstroom- en uitstroomgegevens per campus van de laatste jaren en de verwachte aanmeldingen op basis van het huidige aantal leerlingen in het basisonderwijs. De inzet van de extra middelen ‘Technisch VMBO’ moeten bijdragen aan een toename van het aantal leerlingen dat kiest voor technisch onderwijs. Dit heeft tot gevolg dat het aantal leerlingen bij College Den Hulster zal toenemen. Bij het Valuascollege zal door de grote uitstroom het totaal aantal leerlingen verder dalen en bij het Blariacumcollege is de verwachting dat dit vanaf schooljaar 2020-2021 het geval zal zijn. In de meerjarenbegroting wordt de verwachte ontwikkeling van de personele formatie doorgerekend. De bepaling van de benodigde formatie vindt plaats met ingang van het schooljaar per 1 augustus. De basis voor de personele lasten is het personeelsbestand per 1 september 2018 uit de salarisadministratie. Dit overzicht is aangepast met de volgende zaken: Verloop van personeel op basis van onder andere natuurlijk verloop, afloop contracten, boventalligheid en pensioendata. Het aantal fte’s beweegt mee met het aantal leerlingen op basis van de ratio 1 reguliere fte per 13,8 gewogen leerlingen. Per organisatieonderdeel (unit) is ziektevervanging (2%) begroot. Tevens is rekening gehouden met extra formatie in het kader van de additionele middelen Sterk Technisch Onderwijs en de overheveling van middelen vanuit het Samenwerkingsverband. Ten aanzien van de ontwikkeling van de personele kosten wordt in de meerjarenbegroting duidelijk zichtbaar dat de stijging van de Gemiddelde Personele Last een aanzienlijk effect heeft op de ontwikkeling van de personele lasten. Blijvende, wellicht zelfs meer, aandacht voor (op)scholingstrajecten vanwege duurzame inzetbaarheid, flexibiliteit voor de organisatie, ontwikkelingsmodus van medewerkers, opvang uitstroom. Met het advies: ondersteun degenen die een extra bevoegdheid halen in een tekortvak met extra studieverlof (zoals voorheen). ● De personeelsformatie zal de komende jaren verder in omvang worden verminderd als gevolg van de (nu) voorziene: ○ daling van het aantal leerlingen; ○ vermindering van inkomsten door verandering van de berekeningswijze door de overheid; ○ stijging van onze gemiddelde personeelslast (GPL); ○ wijziging financiering vanuit het Samenwerkingsverband. ● Natuurlijk verloop en de herbezetting daarvan zullen dan ook voor de komende jaren scherp in kaart moeten worden gebracht om de formatiedaling kwalitatief zo optimaal mogelijk te realiseren. ● De vermindering van de personeelsformatie zal ook leiden tot een heroriëntatie op onze “functiemix” (de samenstelling van onze docentformatie voor de verschillende functieniveaus). ● De formatiedaling kan leiden tot interne (o)verplaatsingen. ● De opheffing van de Steunstichting leidt tot een stijging van uitkeringskosten voor OGVO en dat vergt een aanscherping van het beleid m.b.t. werving en selectie en de omgang met tijdelijke contracten. ● De oplopende AOW-leeftijd vergt aanvullend beleid, onder andere met betrekking tot duurzame inzetbaarheid. Voor OGVO betekent dit meebewegen met deze ontwikkelingen. Enerzijds door ervoor te zorgen dat er vol wordt ingezet op het beleid ter bevordering van een duurzame en flexibele inzet en multifunctionele inzetbaarheid van de medewerkers. Anderzijds zullen ook oplossingen moeten worden gezocht via meer regionale school overstijgende samenwerking, teneinde ook in de toekomst te kunnen blijven beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en een divers regionaal onderwijsaanbod. In het hoofdstuk Medewerkers is uitgebreid beschreven wat OGVO het afgelopen verslagjaar heeft gedaan op de bovengenoemde aspecten. De wet en regelgeving ten aanzien van Onderwijshuisvesting is momenteel erg aan wijzigingen onderhevig. Dit geldt vooral op het gebied van energie en energiebesparende maatregelen en hieruit voortvloeiende verplichtingen. Om meer grip te kunnen krijgen op de ontwikkelingen in Onderwijshuisvesting is het noodzakelijk dat er aandacht komt voor een strategisch huisvestingsplan. Het ontbreken van het plan en het onderliggende model stelt OGVO niet in staat om een integrale afweging te maken over keuzes omtrent vastgoed. Eventuele nieuwe inzichten of veranderende inzichten kunnen niet systematisch opgenomen worden in een besluitvormingsmodel. Technisch is het vastgoed in orde en zowel het beheer als het onderhoud, is meerjarig begroot. Het Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) heeft als uitgangspunt gediend voor de investeringen op het gebied van huisvesting. Dit is aangevuld met investeringen ten aanzien van verbouwingen, inventaris, apparatuur, ICT etc. De investeringswensen voor de jaren 2020 en verder zijn veel omvangrijker en zijn niet binnen de huidige financiële kaders in te passen. De belangrijkste knelpunten vormen: ● De renovatie van het gebouw Den Hulster en de modernisering van het Technodome. ● De sportaccomodaties/faciliteiten van OGVO dienen te worden gemoderniseerd. ● Er zullen binnenkort fundamentele keuzes gemaakt moeten worden inzake de organisatie en huisvesting van het onderwijs. Deze keuzes zullen in de uitvoering zeker ook investeringen vragen. Het zicht daarop ontbreekt nog.

Inbreng middelen: Actuele waarde of omvang (in €)


Kosten (inbreng financiële middelen)

Waarde of omvang activa op basis van verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs.

Lopend jaar (2021)

Financiële middelen Begroting 2021 Realisatie 2021 Begroting 2022
€ …
TOTAAL

Voorgaand jaar (2020)

Financiële middelen Begroting 2020 Realisatie 2020 Begroting 2021
Geconsolideerde ... ... ...
doordecentralisatie huisv. ... ... ...
TOTAAL

Twee jaar terug (2019)

Financiële middelen Begroting 2019 Realisatie 2019 Begroting 2020
Geconsolideerde ... ... ...
doordecentralisatie huisv. ... ... ...
TOTAAL



Financiële resultaten

Lopend jaar (2021)

Categorie Begroting 2021 Realisatie 2021 Begroting 2022
2016 € …
2017 € …
2018 € …
TOTAAL

Voorgaand jaar (2020)

Categorie Begroting 2020 Realisatie 2020 Begroting 2021
2016 ... ... ...
2017 ... ... ...
2018 ... ... ...
TOTAAL

Twee jaar terug (2019)

Categorie Begroting 2019 Realisatie 2019 Begroting 2020
2016 ... ... ...
2017 ... ... ...
2018 ... ... ...
TOTAAL


Eigen vermogen

Lopend jaar (2021)

Categorie Begroting 2021 Realisatie 2021 Begroting 2022
2016 € …
TOTAAL

Voorgaand jaar (2020)

Categorie Begroting 2020 Realisatie 2020 Begroting 2021
2016 ... ... ...
TOTAAL

Twee jaar terug (2019)

Categorie Begroting 2019 Realisatie 2019 Begroting 2020
2016 ... ... ...
TOTAAL

Aandeel van de gemeente in de realisatie van de opgave
TOELICHTING

Samenwerking is het bundelen van krachten om gezamenlijke of eigen opgaven te realiseren. De vraag hier is welk aandeel de gemeente levert in de realisatie van deze opgave - dit ook in relatie tot het aandeel van andere samenwerkingspartners.

Vaak spelen bij samenwerking allerlei over verdelingsvraagstukken. Wie brengt wat in? Is dat evenwichtig en rechtvaardig? Dit kunnen ingewikkelde vraagstukken zijn, soms op basis van complexe verdeelsleutels. Verdeelvraagstukken komen nogal eens aan de orde in colleges en gemeenteraden, vanuit het beeld dat men zich tekort gedaan voelt, bijvoorbeeld aan de hand van uitspraken als:

    • ‘We betalen op basis van inwoneraantal, maar dat is niet evenwichtig. In gemeente X wonen veel meer inwoners die genieten van de resultaten dan in onze gemeente.’
    • 'We investeren in voorzieningen, zoals een theater en een ijshal. De inwoners uit de omringende gemeenten maken hier dankbaar gebruik van, maar deze gemeenten betalen niet mee aan het in stand houden van deze voorzieningen'.
    • ‘Onze organisatie investeert heel veel tijd aan werk- en projectgroepen. De andere partners zijn mondjesmaat aanwezig. Wij doen al het werk!’
Toelichting


Verdeelsleutel

neen, is hoofdzakelijk gebaseerd op leerling x vergoeding (ministerie OCW) opgave OGVO: Huisvestingsparagraaf Gemeente Venlo V

Evenwicht

Hoe is de feitelijke verdeling van kosten en baten over alle samenwerkingspartners?

Kosten: nog onbekend
Baten: nog onbekend
Schatting van het aandeel van de gemeente in de realisatie van de opgave - aan de hand van een percentage:


|- ! | class=" text-right" | € … | class=" text-right" | € … | class=" text-right" | € | class=" text-right" | € | class=" text-right" | € … | class=" text-right" | € …