Difference between revisions of "Sw-1965805177/C/2018"
Jos Lamberts (talk | contribs) |
Jos Lamberts (talk | contribs) |
||
Line 9: | Line 9: | ||
|Kosten={{Kosten-jaar | |Kosten={{Kosten-jaar | ||
|Middelen=Geconsolideerde | |Middelen=Geconsolideerde | ||
+ | }}{{Kosten-jaar | ||
+ | |Middelen=doordecentralisativergoeding | ||
}} | }} | ||
|Financiele resultaten={{Financieel resultaat-jaar | |Financiele resultaten={{Financieel resultaat-jaar |
Revision as of 09:30, 24 April 2020
Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken (OGVO)
C Gewenste en feitelijke resultaten en verdeling van kosten en baten (2018)
Jaar 2018
Vergroten van het ambitieniveau - bundelen van krachten
- Een hogere kwaliteit van uitvoering/ dienstverlening
Organisatorische voordelen
- Professionaliseren van organisatie en/of bestuur
- Betere bereikbaarheid van personele, financiële en andere middelen
Verruimen van de horizon
- Herontdekken wat in het belang is van de gemeente
Versterken van de democratie
- Versterken van de directe democratie
Zaken laten uitvoeren door een partner die dat beter of goedkoper kan
- Jezelf beperken tot kerntaken, zaken waar je zelf goed in bent
- Jezelf ‘ontzorgen’
jaarverslag en jaarrekening zijn openbaar. jaarverslag en jaarrekening kunnen worden ingezien bij www.OGVO.nl tekst bij onderdeel van jaarverslag ; verslag raad van toezicht en bij continuiteits-paragraaf geven weer voor welke uitdagingen het OGVO o.a. staat. Voortdurende aandacht vereist vanuit bedrijfsvoerings-aspect gericht op afstemming hoeveelheid leerlingen (lees inkomsten) versus hoeveelheid FTE/overige (lees kosten). De wettelijke taak in het voorzien in onderwijshuisvesting is doorgedecentraliseerd vanuit de gemeente Venlo naar OGVO. OGVO dient zorg te dragen voor een adequaat beheer van haar vastgoed inclusief het (tijdig) maken van strategische keuzes.
jaarverslag en jaarrekening zijn openbaar. jaarverslag en jaarrekening kunnen worden ingezien bij www.OGVO.nl tekst bij onderdeel van jaarverslag ; verslag raad van toezicht en bij continuiteits-paragraaf geven weer voor welke uitdagingen het OGVO o.a. staat In 2016 heeft het CvB tezamen met de RvT besloten om de hypothecaire leningen voor de schoolgebouwen te herfinancieren. De mogelijkheden voor herfinanciering zijn onderzocht. De situatie op de financiële markt is gunstig en herfinanciering kan leiden tot een aanzienlijke besparing op de hypothecaire lening. Aan EY Montesquieu, een advieskantoor op het gebied van Finance en Risk Management, werd opdracht verleend de mogelijkheden voor OGVO inzichtelijk te maken. Inmiddels is een nieuwe overeenkomst met ING Bank gesloten, waarmee gedurende tien jaar een aanzienlijk lagere hypothecaire last gerealiseerd wordt en de lening daarna voor langere tijd naar wens tegen de dan geldende marktcondities kan worden voortgezet. De herfinanciering van de hypothecaire leningen maakt dat de rentelasten die in 2015 € 1,3 mln. bedroegen, structureel zullen dalen naar minder dan € 0,5 mln. vanaf 2018. Deze herfinanciering maakte het wel noodzakelijk om de lopende rentederivaten af te kopen. Hiermee was een bedrag van € 0,83 mln. gemoeid welke volledig ten laste van het resultaat 2016 is gebracht. Door deze herfinanciering en verkoop van de rentederivaten voldoet OGVO nu weer volledig aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het treasurystatuut. De verhoging van de AOW-leeftijd heeft voor OGVO negatieve gevolgen doordat de uitkeringsduur van lopende vaststellingscontracten daarmee wordt verlengd. Een extra dotatie aan de personele voorziening van € 0,3 mln. is hierdoor noodzakelijk geworden en drukt volledig op het resultaat 2016.
2018 In 2018 heeft met name het risico van onrust onder het personeel een belangrijke impact gehad. Dit heeft geleid tot meerdere overleggen met personeel, personeels-vertegenwoordigingen en vakbonden. Uiteindelijk heeft de bereikte overeenstemming geleid tot rust in de organisatie. Verder is geconstateerd dat de planning- en controlcyclus nog niet geheel op orde is. Aanvullende stuurinformatie heeft dit risico op korte termijn deels kunnen mitigeren. In 2019 zijn acties uitgezet om de het risicobeheersingssysteem verder uit te werken en dit te verankeren in de planning- en controlcyclus. In Limburg is al langer sprake van ontgroening en vergrijzing. Dat leidt onherroepelijk tot krimp, ook voor OGVO. Momenteel maken we gebruik van onderzoeken waaronder VOION. Volgens de onderzoeken nemen de leerlingaantallen in het voortgezet onderwijs af en is de trend dalend. Deze ramingen zijn gecombineerd met verwachte instroomcijfers vanuit het primaire onderwijs en de nieuwe aanmeldingen voor schooljaar 2018-2019 en leveren daarmee het meest recente beeld op het gebied van ramingen van onze leerlingpopulatie. In 2019 wordt een beperkte daling van het aantal leerlingen verwacht, namelijk een daling van 23 leerlingen. De prognose is gebaseerd op de gerealiseerde doorstroom- en uitstroomgegevens per campus van de laatste jaren en de verwachte aanmeldingen op basis van het huidige aantal leerlingen in het basisonderwijs. De inzet van de extra middelen ‘Technisch VMBO’ moeten bijdragen aan een toename van het aantal leerlingen dat kiest voor technisch onderwijs. Dit heeft tot gevolg dat het aantal leerlingen bij College Den Hulster zal toenemen. Bij het Valuascollege zal door de grote uitstroom het totaal aantal leerlingen verder dalen en bij het Blariacumcollege is de verwachting dat dit vanaf schooljaar 2020-2021 het geval zal zijn. In de meerjarenbegroting wordt de verwachte ontwikkeling van de personele formatie doorgerekend. De bepaling van de benodigde formatie vindt plaats met ingang van het schooljaar per 1 augustus. De basis voor de personele lasten is het personeelsbestand per 1 september 2018 uit de salarisadministratie. Dit overzicht is aangepast met de volgende zaken: Verloop van personeel op basis van onder andere natuurlijk verloop, afloop contracten, boventalligheid en pensioendata. Het aantal fte’s beweegt mee met het aantal leerlingen op basis van de ratio 1 reguliere fte per 13,8 gewogen leerlingen. Per organisatieonderdeel (unit) is ziektevervanging (2%) begroot. Tevens is rekening gehouden met extra formatie in het kader van de additionele middelen Sterk Technisch Onderwijs en de overheveling van middelen vanuit het Samenwerkingsverband. Ten aanzien van de ontwikkeling van de personele kosten wordt in de meerjarenbegroting duidelijk zichtbaar dat de stijging van de Gemiddelde Personele Last een aanzienlijk effect heeft op de ontwikkeling van de personele lasten. Blijvende, wellicht zelfs meer, aandacht voor (op)scholingstrajecten vanwege duurzame inzetbaarheid, flexibiliteit voor de organisatie, ontwikkelingsmodus van medewerkers, opvang uitstroom. Met het advies: ondersteun degenen die een extra bevoegdheid halen in een tekortvak met extra studieverlof (zoals voorheen). ● De personeelsformatie zal de komende jaren verder in omvang worden verminderd als gevolg van de (nu) voorziene: ○ daling van het aantal leerlingen; ○ vermindering van inkomsten door verandering van de berekeningswijze door de overheid; ○ stijging van onze gemiddelde personeelslast (GPL); ○ wijziging financiering vanuit het Samenwerkingsverband. ● Natuurlijk verloop en de herbezetting daarvan zullen dan ook voor de komende jaren scherp in kaart moeten worden gebracht om de formatiedaling kwalitatief zo optimaal mogelijk te realiseren. ● De vermindering van de personeelsformatie zal ook leiden tot een heroriëntatie op onze “functiemix” (de samenstelling van onze docentformatie voor de verschillende functieniveaus). ● De formatiedaling kan leiden tot interne (o)verplaatsingen. ● De opheffing van de Steunstichting leidt tot een stijging van uitkeringskosten voor OGVO en dat vergt een aanscherping van het beleid m.b.t. werving en selectie en de omgang met tijdelijke contracten. ● De oplopende AOW-leeftijd vergt aanvullend beleid, onder andere met betrekking tot duurzame inzetbaarheid. Voor OGVO betekent dit meebewegen met deze ontwikkelingen. Enerzijds door ervoor te zorgen dat er vol wordt ingezet op het beleid ter bevordering van een duurzame en flexibele inzet en multifunctionele inzetbaarheid van de medewerkers. Anderzijds zullen ook oplossingen moeten worden gezocht via meer regionale school overstijgende samenwerking, teneinde ook in de toekomst te kunnen blijven beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en een divers regionaal onderwijsaanbod. In het hoofdstuk Medewerkers is uitgebreid beschreven wat OGVO het afgelopen verslagjaar heeft gedaan op de bovengenoemde aspecten. De wet en regelgeving ten aanzien van Onderwijshuisvesting is momenteel erg aan wijzigingen onderhevig. Dit geldt vooral op het gebied van energie en energiebesparende maatregelen en hieruit voortvloeiende verplichtingen. Om meer grip te kunnen krijgen op de ontwikkelingen in Onderwijshuisvesting is het noodzakelijk dat er aandacht komt voor een strategisch huisvestingsplan. Het ontbreken van het plan en het onderliggende model stelt OGVO niet in staat om een integrale afweging te maken over keuzes omtrent vastgoed. Eventuele nieuwe inzichten of veranderende inzichten kunnen niet systematisch opgenomen worden in een besluitvormingsmodel. Technisch is het vastgoed in orde en zowel het beheer als het onderhoud, is meerjarig begroot. Het Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) heeft als uitgangspunt gediend voor de investeringen op het gebied van huisvesting. Dit is aangevuld met investeringen ten aanzien van verbouwingen, inventaris, apparatuur, ICT etc. De investeringswensen voor de jaren 2020 en verder zijn veel omvangrijker en zijn niet binnen de huidige financiële kaders in te passen. De belangrijkste knelpunten vormen: ● De renovatie van het gebouw Den Hulster en de modernisering van het Technodome. ● De sportaccomodaties/faciliteiten van OGVO dienen te worden gemoderniseerd. ● Er zullen binnenkort fundamentele keuzes gemaakt moeten worden inzake de organisatie en huisvesting van het onderwijs. Deze keuzes zullen in de uitvoering zeker ook investeringen vragen. Het zicht daarop ontbreekt nog.
Inbreng middelen: | Actuele waarde of omvang (in €)
| ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kosten (inbreng financiële middelen) | |||||||
Waarde of omvang activa op basis van verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs. | |||||||
Lopend jaar (2018) | |||||||
Financiële middelen | Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | ||||
Geconsolideerde | € … | € … | € … | ||||
doordecentralisativergoeding | € … | € … | € … | ||||
TOTAAL | … | … | … | ||||
Voorgaand jaar (2017) | |||||||
Financiële middelen | Begroting 2017 | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | ||||
Geconsolideerde | € ... | € ... | € ... | ||||
TOTAAL | … | … | … | ||||
Twee jaar terug (2016) | |||||||
Financiële middelen | Begroting 2016 | Realisatie 2016 | Begroting 2017 | ||||
Geconsolideerde | € ... | € ... | € ... | ||||
TOTAAL | … | … | …
| ||||
Financiële resultaten | |||||||
Lopend jaar (2018) | |||||||
Categorie | Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | ||||
2016 | € … | € … | € … | ||||
2017 | € … | € … | € … | ||||
€ … | € … | € … | |||||
TOTAAL | … | … | … | ||||
Voorgaand jaar (2017) | |||||||
Categorie | Begroting 2017 | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | ||||
2016 | € ... | € ... | € ... | ||||
2017 | € ... | € ... | € ... | ||||
TOTAAL | … | … | … | ||||
Twee jaar terug (2016) | |||||||
Categorie | Begroting 2016 | Realisatie 2016 | Begroting 2017 | ||||
2016 | € 101.044 | € -962.000 | € ... | ||||
2017 | € 585.822 | € ... | € ... | ||||
TOTAAL | € 686.866 | € First argument to "number_format" must be a number. | …
| ||||
Eigen vermogen | |||||||
Lopend jaar (2018) | |||||||
Categorie | Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | ||||
2016 | € … | € … | € … | ||||
TOTAAL | … | … | … | ||||
Voorgaand jaar (2017) | |||||||
Categorie | Begroting 2017 | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | ||||
2016 | € ... | € ... | € ... | ||||
TOTAAL | … | … | … | ||||
Twee jaar terug (2016) | |||||||
Categorie | Begroting 2016 | Realisatie 2016 | Begroting 2017 | ||||
2016 | € ... | € 14.650.000 | € ... | ||||
TOTAAL | … | € 14.650.000 | … |
- Toelichting
- Verdeelsleutel
neen, is hoofdzakelijk gebaseerd op leerling x vergoeding (ministerie OCW)
- Evenwicht
Hoe is de feitelijke verdeling van kosten en baten over alle samenwerkingspartners?
|-
!
| class=" text-right" | € …
| class=" text-right" | € …
| class=" text-right" | € …
| class=" text-right" | € …
| class=" text-right" | € …
| class=" text-right" | € …